Is je bedrijf wel echt explosieveilig?

Hoe explosieveiligheid binnen de bedrijven leeft?
Schokkende feiten en statistieken tonen aan dat veel bedrijven nog steeds niet explosieveilig zijn. Met techniek alleen is een stofexplosie niet te voorkomen.
ATEX staat voor ATmospheres EXplosives. Onder een explosie atmosfeer wordt verstaan:
"een mengsel van brandbare stoffen in de vorm van gassen, dampen, nevels en stof, onder atmosferische omstandigheden, waarin de verbranding zich na ontsteking uitbreidt tot het gehele niet verbrande mengsel".
Veiligheid is van groot belang bij de bescherming tegen explosies, aangezien explosies het leven en de gezondheid van werknemers in gevaar brengen vanwege de ongecontroleerde gevolgen van vuur en druk, de aanwezigheid van giftige, brandbare producten en stoffen en het verbruik van zuurstof in de omgevingslucht die wij allen inademen.
Binnen de Europese Unie zijn twee ATEX richtlijnen (Atex 114 en 153) opgesteld. Elk lid binnen de EU dient deze richtlijnen op te nemen in hun nationale wetgeving. Specifieke eisen zijn opgenomen in Europese en internationale normen NEN-EN-60079-10-1/2
In Nederland zijn deze richtlijnen opgenomen in de Warenwet en de ARBO-wet.
Naast deze richtlijnen dienen er op de werkplek organisatorische maatregelen te worden getroffen voor het vaststellen en vermijden van een explosieve omgeving en/of explosies.
ATEX-richtlijn 114 en 153
De ATEX-richtlijn 114 (2014/34/EU en voorheen ATEX 95) bepaalt aan welke normen apparatuur en producten moeten voldoen die worden gebruikt in explosiegevaarlijke omgevingen. Deze richtlijn is vooral van toepassing op fabrikanten.
Apparaten worden in verschillende groepen ingedeeld, die in de bijbehorende (of lichtere) zone gebruikt mogen worden.
De ATEX-richtlijn 153 (1999/92/EG en voorheen ATEX 137) beschrijft de veiligheidseisen die werkgevers of eigenaren van ATEX-installaties verplicht moeten treffen zodat medewerkers veilig en gezond kunnen werken in omgevingen met explosiegevaar.
Gevaarzone indeling op grond van de frequentie en duur van het optreden van een risicovolle atmosfeer. Aangeven wat de noodzakelijke maatregelen zijn om tot een veilige werkomgeving te komen. ATEX 153 is van toepassing op werkplekken waar personen werken in een potentieel explosieve omgeving.
De Europese ATEX-richtlijn 153 (minimumvoorschriften voor de verbetering van de gezondheidsbescherming en van de veiligheid van werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen) stelt vooral nieuwe eisen aan de wijze waarop bedrijven moeten aantonen dat de risico's voldoende zijn beperkt: dit moet in een Explosie-Veiligheids-Document (EVD) vastgelegd worden, waarin onder andere de zone-indeling en een risicobeoordeling van de apparatuur moeten worden opgenomen.

Is jouw bedrijf al ATEX-waardig?
Het adviseren om je bedrijf ATEX-waardig te krijgen, kan ik organiseren.
Vraag vrijblijvend een gesprek aan om te bekijken wat ik voor je kan betekenen.
NEN-EN-IEC 60079-10-1/2
Gevarenzone-indeling met betrekking tot explosiegevaar.
Deel 1: Gasexplosiegevaar, gebaseerd op NEN EN IEC 60079-10-1 geeft de principes voor het vaststellen van de gevarenzone-indeling doch verwijst voor de daadwerkelijke uitvoering ervan naar nationale richtlijnen.
De praktijkrichtlijn NPR 7910-1 is in deze de nationale richtlijn voor Nederland en geeft aanwijzingen voor het uitvoeren van de vereiste gevarenzone-indeling. De gevarenzone-indeling houdt in het bepalen en vastleggen van de gebieden en met welke waarschijnlijkheid de explosieve atmosfeer aanwezig kan zijn.
Deel 2: Stofexplosiegevaar, gebaseerd op de NEN EN IEC 60079-10-2 behandelt de identificatie en indeling van gebieden waar een explosieve stofatmosfeer en brandbare stofafzetting aanwezig zijn, met als doel de juiste beoordeling van ontstekingsbronnen in deze gebieden.
De praktijkrichtlijn NPR 7910-2 is in deze de nationale richtlijn voor Nederland en geeft richtlijnen voor het bepalen van de gebieden waar - en de waarschijnlijkheid waarmee - een explosieve atmosfeer aanwezig kan zijn teneinde de aard en de afmetingen van de gevarenzones vast te kunnen stellen
Door het treffen van maatregelen ter voorkoming van het actief worden van ontstekingsbronnen kan de kans op ontsteking van die explosieve atmosfeer worden teruggebracht tot een aanvaardbaar minimum. Deze praktijkrichtlijn geeft voor de gevarenzone-indeling een gemakkelijk uitvoerbare aanpak gebaseerd op aannamen die een sterke vereenvoudiging inhouden van in werkelijkheid veelal zeer gecompliceerde situaties. Door het inbouwen van veiligheidsmarges in die aannamen wordt bereikt dat het eindresultaat een voldoende mate van veiligheid waarborgt.
ExplosieVeiligheidsDocument (EVD)
Elk bedrijf dat werkt met explosiegevaarlijke stoffen is wettelijk verplicht om in het bezit te zijn van een ExplosieVeiligheidsDocument (EVD). Dat blijkt uit artikel 8 van de Atex-richtlijn 153.
De wettelijke verplichtingen van de werkgever met betrekking tot explosieve atmosferen zijn feitelijk vastgelegd in de Arbowet, het Arbobesluit, de Arboregeling en de Arbobeleidsregels.
Uit het EVD moet onder anderen blijken:
- Dat de explosierisico’s gedefinieerd zijn
- Dat afdoende maatregelen genomen zullen worden
- Welke plaatsen in zones zijn ingedeeld
- Op welke plaatsen de minimumvoorschriften voor explosieve atmosferen van toepassing zijn