Gegevens brandbare stof

Gegevensblad brandbare stoffen
Per bedrijfslocatie dienen de gegevens van de aanwezige brandbare stoffen beschikbaar te zijn, die in verband met ATEX relevant kunnen zijn.
De gegevenslijst kan gebaseerd zijn op het voorbeeld welke in de NEN EN IEC 60079-10-1/-2 staat genoemd.
Uitleg veel gebruikte definities
Begrip | Betekenis |
CAS | Chemical Abstracts Service Registry Number. Dit is een uniek nummer waarmee een stof kan worden herkend. |
Samenstelling | Hier wordt de structuurformule van een bepaalde stof weergegeven. |
Molecuulmassa | Relatieve molecuulmassa is de som van de relatieve atoommassa’s van de samenstellende atomen van een molecuul van die stof. |
Vlampunt | De laagste temperatuur bij atmosferische druk, waarbij een vloeistof zo veel brandbare damp afgeeft dat deze damp, intensief met lucht vermengt, door een vlam of vonk kan worden ontstoken. |
Klasse | Indeling van vloeistoffen en gassen, afhankelijk van het vlampunt. Zie NPR 7910-1 versie augustus 2010 voor nadere definities. |
MAC | Maximaal aanvaardbare concentratie van een gas, damp, nevel of stof in de lucht op de werkplek. |
LEL | Lower Explosion Limit: een belangrijke parameter, waar beneden geen explosie mogelijk is. |
MIE | Minimum Ignition Energy: de minimale energie die nodig is om een explosie te initiëren (ook wel met MOE aangeduid: Minimale Ontstekings Energie). |
MIT | Minimum Ignition Temperature: de minimale ontstekingstemperatuur (ook wel met MOT aangeduid: Minimale Ontstekings Temperatuur) = Zelfontbrandingstemperatuur. |
Soortelijke geleiding | Een indicator over de mate waarin een stof in staat is elektrische lading door te geven of vast te houden. |
Gasgroep | Indeling volgens NEN EN IEC 60079-20-1 voor gassen, waarin explosieveilig apparatuur moet kunnen functioneren. |
T-klasse | Temperatuurklasse welke gesteld wordt aan het explosieveilige apparatuur. Deze is afhankelijk van de ontstekingstemperatuur van het gas dat de explosiegevaarlijke zone veroorzaakt. |